DutchMerino

De eerste collectie van BROL is gemaakt uit DutchMerino, garen gesponnen van de wol van merinoschapen die op amper 10 km van de Belgische grens staan. Maar wat maakt dit garen Brol? Je leest het hier!

Wanneer je een merino wollen kledingstuk koopt, zal het garen meestal gesponnen zijn van wol van merinoschapen die in Australië, Nieuw-Zeeland of Zuid-Afrika grazen. De voorbije decennia is er in die landen sterk ingezet op het kweken van deze schapen voor hun vachten, waardoor hun wol als topkwaliteit wordt aanzien. Doordat zo sterk ingespeeld werd op die (voor ons) buitenlandse markt en het belang van zachte wol, worden de schapen in onze contreien voornamelijk ingezet voor het vlees. De haren van hun vachten zijn stugger en dikker en daardoor dus minder zacht. Met als gevolg dat het vaak als restproduct wordt gezien en niet naar waarde wordt geschat. De vachten van de schapen die je in onze weien ziet staan, zullen veelal als isolatieproduct gebruikt worden of (het is te gek voor woorden) weggegooid worden, terwijl het heel wat kwaliteiten bevat.

Maar er verschuift wat in de wolwereld. Meer en meer wordt er ingezet op lokale wolverwerking, waarbij de dieren in hun totaliteit bekeken worden en er opnieuw een bloeiende wolindustrie kan ontstaan in de Lage Landen. Wolboederij Blij Bezuiden wil daar met zijn DutchMerino aan meewerken.

© Wolboerderij Blij Bezuiden

Wolboerderij Blij Bezuiden

Hoe het begon

Sinds 2005 runnen Janny Wijna en Jean-Paul van den Bunder samen Wolboerderij Blij Bezuiden. Wat toen begon als een gezamenlijke passie voor het buitenleven en 4 ooien en een geleende ram, groeide uit tot een boerderij met een kudde van bijna 100 schapen. In Koewacht, nog geen 10 km van de Belgische grens, grazen hun schapen vrij in het groen.

Merinowol

De keuze voor Merinowol was voor Janny een uitgemaakte zaak, omdat dit ras gekend staat om zijn uitstekende vachten. Toch is niet elk merinogaren even zacht. Momenteel staat de Australische en Nieuw-Zeelandse merino het hoogst aangeschreven. Zij kweken al decennialang merinoschapen op kwaliteit van de vacht. Merinowol met een micron* van 16 is daar geen uitzondering. Zulke kwaliteiten behalen kan enkel op lange termijn, en hoe kleiner de kudde hoe langer het duurt natuurlijk. Toch zijn Janny en Jean-Paul er in geslaagd om in hun kudde vachten te halen met een micron tussen de 17 en 23 (en geloof mij, da’s zacht hoor. De gemiddelde hobby-alpaca heeft bijvoorbeeld een micron van 23.) Hierbij zijn doorgaans de witte vachten zachter dan de bruine. De grootte van de kudde is niet het enige dat de duur van zo’n project bepaald. Bij de Wolboerderij speelt onder andere ook de gezondheid, sterkte en soberheid van het schaap een grote rol. Toch hopen ze binnen een 5-tal jaar hun micron standaard onder de 20 te krijgen, om zo nog meer consistentie in hun vachten te brengen.

*Met micron wordt de fijnheid van wol aangeduid. Het getal verwijst naar de dikte van het haar. Hoe dunner en dus hoe lager het getal, hoe zachter.

© Wolboerderij Blij Bezuiden

Dierenwelzijn

Het goed zorgen voor de dieren is natuurlijk niet alleen goed voor de kwaliteit van de vachten, maar ook voor de dieren zelf. Op Wolboerderij Blij Bezuiden doen ze dit niet alleen door de dieren een zo goed mogelijk leven te geven, maar ook na te denken over de impact van het dieren houden op onze planeet. Met andere woorden, de voetafdruk moet zo laag mogelijk. Dit doen ze onder meer door de afstand die de schapen en vachten afleggen te beperken. De schapen worden op de boerderij geschoren, waarna de vachten opgestuurd worden naar Italië. Daar worden ze verwerkt (= gewassen, gesponnen en geverfd) binnen een straal van 15 km en komt het terug naar Nederland. Aan de boerderij is een (web)winkel verbonden, waar de garens verkocht worden voor hand- en machinebrei en weven. Een deel van de garens wordt verwerkt in hun eigen DutchMerino-collectie (een samenwerking met Nathalie Comans van Ministry of Knits) in een Belgische breifabriek.

En wat gebeurt er dan met de dieren na het scheren? Die laten hun vacht opnieuw groeien, tot de volgende scheerbeurt. Een deel van de lammeren en schapen wordt gebruikt voor het vlees. Die verwerking gebeurt op slechts 2 km van de boerderij. Zo wordt ook op dat vlak de impact op dier en milieu beperkt en blijft het een lokaal verhaal.

Dutch Merino

Wat betekent dat nu allemaal voor de stuks uit de collectie? Wel, ten eerste kan je als klant perfect nagaan welke weg je stuk Brol heeft afgelegd. Van een tripje van Koewacht naar Italië en terug naar Koewacht. Van daaruit naar het atelier in Berlaar en zo tot bij de klant. Je hebt misschien ook al gemerkt dat de stuks uit de collectie geen enkel certificaat dragen om aan te duiden dat ze op een verantwoorde manier ontstaan zijn? Wel, de regels zijn streng (en da’s geen slechte zaak) en wil je zoiets aan je kledingstuk hangen, dan moeten alle spelers in het verhaal de bepaalde certificaten op zak hebben. En hoewel het proces van wolverwerken in Italië wel volledig GOTS gecertificeerd is bijvoorbeeld, hebben Janny en Paul er zelf geen. Dit komt onder andere omdat zij hun weides huren en het lang duurt vooraleer je grondbewerking als biologisch wordt gezien. Daar komt ook nog eens bij dat zulke certificaten vaak niet goedkoop zijn en het dus niet altijd evident is voor de kleine(re) spelers om hierin te investeren. De oplossing is dan: transparantie, en je hele werkproces blootleggen, van grondstof over verwerking tot eindproduct

En hoe zacht is die DutchMerino dan? Zo zacht dat je ze op de huid kan dragen. Al moet gezegd dat de antraciet net iets minder zacht is, omdat, zoals hierboven gezegd is, de donkere vachten iets dikkere haren hebben. Maar geen paniek, zelfs de antraciet staat mijlenver af van het begrip ‘prikwol’.

© Wolboerderij Blij Bezuiden

Conclusie? DutchMerino is Brol omdat het een shift probeert teweeg te brengen in hoe wij in onze streken naar onze schapen (en hun vachten kijken). Daar waar dat nu voornamelijk nog als restproduct of een noodzakelijk kwaad wordt gezien, zorgen mensen als Janny en Paul er voor dat we de kracht van zo’n vacht opnieuw gaan waarderen. Uiteraard is niet elke vacht of elk schapenras even geschikt om in te zetten in de textielindustrie, maar ook dan blijven er heel wat opties open. Begrijp me niet verkeerd, er is niets mis met buitenlandse (niet-Europese) merino. Maar waarom het aan de andere kant van de wereld gaan halen, als het bij wijze van spreke in je achtertuin groeit? Laat ons wat meer nadenken over het hoe, waar en waarom. En moeten alle boeren nu plots merinoschapen beginnen kweken? Natuurlijk niet! Er zijn nog zoveel prachtige (lokale) schapenrassen die elk hun eigen kwaliteiten hebben. Laten we al beginnen met meer het totaalpakketje te bekijken, da’s toch het minste dat die dartele viervoeters verdienen.

Benieuwd naar hoe die DutchMerino collectie van BROL er uit ziet? Je ontdekt ze hier!

(Werk je zelf met merinogaren? Ga dan zeker goed na of er geen sprake was van mulesing. Geen idee wat mulesing is? Dan raad ik je aan dit artikel van Sarah Vandoorne na te lezen. Of je kan eens googelen op afbeeldingen, maar dat raad ik niet aan op een nuchtere maag.)